Oogsten uit drie vierkante meter tuintjes !

Oogsten uit drie vierkante meter tuintjes !

Uit een combinatie van drie vierkantemeter tuintjes oogst je 75 porties groenten per jaar. Het klinkt enorm en dat is het ook. Een goede planning is natuurlijk belangrijk, net als een goed verzorging. Magische tuinen helpt je !
Ideale potgrond
Zorg ervoor dat je groenten en kruiden snel in groei gaan en prima op smaak komen. Vul je vierkantemetertuin met goede potgrond en strooi er een handvol organische moestuinmeststof overheen. Hark licht in.
16 tuintjes/m²
Verdeel elke vierkantemetertuin in 16 vakjes van ongeveer 25 x 25 cm. Reserveer de  achterste rij voor de groenten en kruiden die het hoogst worden en de randen voor de planten die zich graag breed uitleggen.
Zaai- en plantafstand XS (extra small)
Alles mag hier dichter bij elkaar staan dan normaal. Zegt de informatie op het zaadzakje dat je 20 centimeter of meer tussen de rij moet aanhouden, halveer die afstand dan.  Plant je uien, prei, erwten of tuinbonen, zet er dan gerust vijf bij elkaar in een vakje. Knolselder, bloemkool en andere koolsoorten geef je steeds een eigen vakje.
Aan de slag !
–    Radijsjes: zaai ze van maart tot augustus. Zes tot acht weken na het zaaien heb je al een eerste oogst. Elk vakje kan zo’n 40 tot 50 radijsjes groeien per zaaibeurt.
–    Sjalot of ui: stop ze net tot aan hun neus of topje in de grond. Druk goed aan, kwestie dat ze zichzelf met hun wortels niet uit de grond drukken. Het is wachten tot midden zomer om te oogsten, maar vanaf volgend maand kan je al wel sjalotten- of uienpijpjes snijden.
–    Tuinbonen en sluimererwten: de eerste kunnen perfect de koude aan, de erwten wat minder. Zaai ze binnenshuis voor. Plant in de tuin als de plantjes ongeveer 10 cm hoog zijn. Vijf stuks in één vakje mag. Geef ze ineens een steuntje. De erwten kan je eerst oogsten: midden juni al. De tuinbonen doen er langer over. Geef hen de tijd om hun peulen vingerdik te groeien. Ondertussen kan je al wel een smaakmaker oogsten. De topjes van sluimererwten smaken naar jonge erwtjes en fungeren perfect als borddecoratie. Topjes van tuinbonen kan je in sla snipperen, stoven of in de soep draaien.
–    Tuinwortelen: kies een snelgroeiende variëteit als Amsterdamse bak. Die laat je binnen 10 tot 12 weken vingerdikke, smaakvolle wortels oogsten. Tuinwortels doen er relatief lang over om te kiemen. Markeer dus hun veldje, kwestie dat je het volgende week niet met een andere groenten vult.
–    Kropsla: plant drie voorgekweekte plantjes in één vakje. Geef ze elk zolang het koud is een miniserretje; eentje dat je zelf maakt door ene petfles in twee te snijden. Binnen enkele weken beginnen ze elkaar te verdringen. Oogst dan je eerste krop(je), geef nummer twee nog een extra week groeitijd en laat nummer drie dan volop uitgroeien.
–    Rode bietjes: eigenlijk hebben ze ruimte nodig. Elk bietjes kan later tot 8 cm doormeter uitgroeien. Leg de zaadjes echter op twee centimeter afstand van elkaar. De jonge blaadjes zijn namelijk ook erg lekker. Binnen enkele weken kan je twee op drie plantjes als bladplantje, helemaal leegplukken.