Mei: Smaakmakers uit de vierkantemetertuintjes

Mei: Smaakmakers uit de vierkantemetertuintjes

Uit drie vierkante meter tuintjes kan je 75 keer oogsten en dan rekenen we er de kleine proevertjes niet bij, waar je nu al aan kunt beginnen ! Hou je groenten op smaak. Geef regelmatig water !
Smaakmakers oogsten
–    Radijsjes: de jonge plantjes moeten twee centimeter van elkaar te staan om binnen enkele weken mooi ronde knolletjes te vormen. Staan ze dichter dan moet je dunnen. De plantjes die je uitrekt zijn lekker pittig en knapperig van beet. Gooi ze dus niet weg, maar spoel ze af, knip eventueel de worteltjes weg en meng ze onder een sla.
–    Rode bietjes: met twee centimeter afstand staan zij veel te dicht bij elkaar. Je moet dunnen op ongeveer acht centimeter. Knip van het teveel de blaadjes laag te gen de grond af en gebruik ze om extra kleurtje in een slaschotel te brengen.
–    Sluimererwten en tuinbonen: te veel plantgoed en niet direct iemand in de buurt die je er blij mee kunt maken? Gebruik de jonge scheutjes van de sluimererwten als borddecoratie of leg ze als groen accent op een lekker gerecht. Ze hebben een frisse erwtensmaak. De jonge tuinboonplantjes kun je in sla snipperen, stoven of in de soep verwerken.
Nu zaaien/planten
–    Bloemkool: hoe vroeger je bloemkool plant, hoe minder gevaar op bezoek van koolwitjes en dus van rupsenvraat. Bescherm je koolplantje ook tegen koolvlieg. Strooi wat grasmaaisel tegen de wortelhals aan. Daardoor maak je die onbereikbaar voor het deponeren van eitjes. Het duurt twee tot drie weken voor een bloemkool zich echt thuis voelt, maar dan gaat het snel en wordt hij flink breed en groot. Kijk vanaf dan af en toe in het hart van de plant. Is de witte bloem er, plooi er dan een blad overheen zodat de zon die niet kan verkleuren.
–    Knolselder: plant een jong plantje in het midden van een veldje en zaai er een rondje radijs of snijsla omheen. Knolselder komt namelijk ook traag op gang. Radijs en snijsla wel. Je oogst ze nog voordat de knolselder groot is. Van knolselder oogst je niet alleen de knol-iets wat je pas na de zomer kunt doen- maar hebt ondertussen ook zijn groene bladeren om soep, pasta of stoofschotels mee op smaak te brengen.
Gezond alternatief
–    Afrikaantjes (Tagetes) eet je niet, maar brengen wel kleur in je vierkantemetertuintjes en helpen die gezond te houden. Met hun sterke geur zorgen de ‘stinkertjes’ er voor dat overvliegende insecten jouw groenten en kruiden niet ontdekken en ze bijgevolg niet aanvreten.
–    Goudsbloemen (Calendula) en Oost-Indische kers (Tropaeolum) zijn ook erg kleurrijke, gemakkelijke en vooral nuttige bloemen in een tuin, want vangen luizen weg. Ze staan ook beeldig in vaasjes en kleuren graag je eet- en feesttafel bij.
Watergeven
De potgrond in een vierkantemeterbak bevat alles wat een plant maar wenst, behalve water. Kwaliteitsvolle potgrond buffert dn wel giet- en regenwater, maar kan dat niet eindeloos. Als de groenten al wat groter zijn nemen ze trouwens flink wat vocht op. Je moet bijgevolg regelmatig gieten. In een warme periode zelfs om de twee dagen !